Je houdt van kleren – véél kleren- maar ze allemaal geordend houden is een mission impossible. Je droomt vaak van de kast van een van die it-girls op Instagram, maar bent er zeker van dat die er bij jou na een week al zou uitzien alsof er een bom in ontploft is. Geen zorgen, het opruimen van je kleerkast is makkelijker dan je denkt, zélfs voor jou!
Zet je favoriete muziek op en laat je vooral niet afleiden door dingen die je vindt terwijl je opruimt.
1. Haal alles uit je kleerkast.
Ja, we bedoelen echt álles. Op deze manier zie je hoeveel kleding je hebt (wat ongetwijfeld een hele berg is). Misschien valt je oog meteen al op dingen waarvan je vergeten was dat je ze had. Grote kans dat je die dan ook niet meer gaat dragen. Vergeet niet om, nu je kast toch helemaal leeg is, de binnenkant van je kast schoon te maken.
2. Maak een selectie.
Dan is het nu tijd om een selectie te maken. Wat ga je sowieso nog dragen en wat niet? Maak een stapel met kleren die je zeker nog gaat dragen en stuks die je niet meer gaat dragen. Gebruik dit handige lijstje om die keuze te maken:
- Past het nog?
- Heb ik dit de afgelopen maanden gedragen?
- Vind ik het nog altijd leuk?
- Is het nog in goede staat?
- Zou ik dit kopen als het in de winkel lag?
- Voel ik me goed wanneer ik het draag?
Als je negatief antwoordt op een of meerdere vragen, kan je ‘t kledingstuk maar beter wegdoen. Daarom hoef je het nog niet de vuilbak in te gooien. Als het kledingstuk nog in goede staat is, kan je het verkopen (zie puntje 5) of aan een goed doel schenken.
3. Wees streng voor jezelf.
‘Dit truitje heb ik al een jaar niet gedragen, maar wat als ik het ooit wel weer wil dragen?’. Grote kans dat je dit bij veel kleren zal denken tijdens het opruimen. Wees streng voor jezelf want voor je het weet, hang je alles wat je uit de kast hebt gehaald gewoon weer op. Weet je echt zeker dat je het gaat dragen? Hang dan al je kleren op één dezelfde manier op. Wanneer je gedragen kleding weer terughangt, hang je de kapstok in de omgekeerde richting op. Na een paar maanden zie je precies wat je wel en wat je niet gedragen hebt. Dan kan je nog eens nadenken of je bepaalde stuks écht nodig hebt.
4. Hang zoveel mogelijk kleding op.
Wanneer je kleding ophangt, is de kans groter dat je die zal zien dan wanneer je ze opvouwt. Dit betekent weer dat je het ook vaker zal dragen. Je kan ook investeren in kapstokken. Het staat véél netter om maar een bepaalde soort hangers te hebben, dan vijftig verschillende. Pas wel op met je truien en vesten, want deze kunnen na een tijdje afhangen. Vouw ze netjes op en stapel ze ergens waar je ze vaak ziet.
5. Verkoop je kleding.
Kleding dat nog goed te dragen is, kun je verkopen op verschillende verkoopsites zoals Vinted en United Wardrobe. Zo maak je iemand blij met iets wat jij niet draagt en kun je met dat geld weer iets kopen wat je wél gaat dragen.
Lees ook:
