Je eerste rijles is super spannend, want geef toe: wie laat jou nu rijden?! Je mag een voertuig besturen waar échte mensen in zitten en dat is zo angstaanjagend. Maar hé, wanneer je het eenmaal onder de knie hebt, is autorijden heel leuk. Maar je moet wel eerst deze momentjes doorstaan.
Terug naar je eerste rijles en alles wat er dan door je heen gaat. Mag je van eerste naar derde versnelling schakelen? Wanneer trek je de handrem omlaag? Wat betekende dat ene verkeersbord ook al weer? So. Many. Questions.
1. Wanneer je instapt aan de bestuurderskant van de auto.
Stiekem voel je je stoer, want niet iedereen mag en kan dit doen. Als je eenmaal zit, bedenk je je dat je dit helemaal niet wilt en wil je uit de auto spurten. Waarom zijn er zoveel knopjes en welke moet je allemaal gebruiken? Hou onthoud je dit allemaal? HELP?!
2. Je hoopt dat er geen auto’s op de weg zijn.
Het liefst van al had je de politie een melding uit laten zenden naar iedereen in België om te laten weten dat jij op de baan bent. Hoe minder auto’s, hoe minder zorgen jij je moet maken.
3. Je rijdt voor je gevoel veel te hard.
Hoewel je maar 15 km/u rijdt, voelt het alsof je in een racekar zit. En wanneer gebruik je de tweede versnelling ook al weer? Ugh, dit is zo moeilijk!
4. Eenmaal op de snelweg besluit je dat autorijden niet je ding is.
Het voelt alsof alle auto’s op je af komen, of jij op hen. Iedereen rijdt veel te snel en ook jij moet gas bijgeven. Je vraagt subtiel aan je rij-instructeur of hij het misschien van je over kan nemen, maar je wilt ook geen opgever zijn. Waarom begon je hier ook al weer aan?
5. Maar hoe stop je de auto?
Je probeert te remmen, maar geeft per ongeluk gas bij. Dat was niet de bedoeling. En moet je de koppeling wel of niet ingedrukt houden? Laat het allemaal ook maar zitten, je gaat voor de rest van je leven wel fietsen.
6. En dan nu: parkeren
Je zoekt een plek zonder auto’s om je parkeren te oefenen, maar ook al ben je nog zo’n negen kilometer uit de buurt van andere auto’s, je blijft flippen. Naast auto’s zijn er ook nog palen, voetgangers, struiken en hekken waar je tegenaan kan botsen. Stress!
7. Spiegels, spiegels en nog meer spiegels
Spiegeltje, spiegeltje aan de auto, wie rijdt het beste van ‘t hele land? Jij nog niet in elk geval. Hoe moet je op de weg letten als je tegelijkertijd ook nog zoveel spiegels moet checken? Dus focus je je maar op één ding.
8. En plots sta je stil... voor een groen licht!
Eindelijk, je hebt het net een beetje onder de knie en gaat stoppen voor het rode licht. Wat je niet onder de knie hebt, is het terugschakelen naar eerste als je gestopt bent. Dus probeer je vrolijk door te rijden tot de auto stilvalt. Oeps, wat nu?
9. Na vijf minuten zonder problemen voel je je al een echte ervaren bestuurder.
En dan gaat de auto opeens schokken omdat je op de zesde versnelling besluit te stoppen. Gratis ritje in een attractie, iemand?
10. Je leert dat je auto afwijkt naar waar jij kijkt.
Kijk je naar die schattige kinderen in de auto links van je? De auto zal een beetje naar links gaan. Die grappige kudde schapen op de wei rechts van je? Onbewust rij je iets meer naar rechts. Nu ja, van je fouten moet je leren toch?
Hoewel de eerste paar keren het moeilijkst zijn, weet je dat als je het eenmaal onder de knie hebt alles wel goed komt. Ja, zelfs parkeren wordt een eitje. Succes!
Lees meer:
